Natuur, Milieu en Duurzaamheid

Contact: Jules Scholten.

College Rhenen komt toezeggingen over EVZ niet na

Geschreven door bestuur WMR
maandag, 02 januari 2012

 

  Tijdens het periodieke overleg tussen het college van B en W en vertegenwoordigers van de WMR zijn er in het nabije verleden afspraken gemaakt en heeft het College toezeggingen gedaan over de realisatie van een drietal  Ecologische Verbindingszones (EVZ’s), te weten

1. de  verbindingszone  bij Vogelenzang,

2. de noordelijke verbindingszone in het Binnenveld en

3. bij de Laarsenberg,

Echter, de wethouders Van Leeuwen en Van den Berg van het huidige college .zijn teruggekomen op deze afspraken: en hebben besloten alleen de EVZ bij Vogelenzang uit te voeren.

Over het niet nakomen van toezeggingen hieronder een open brief van de WMR aan de gemeenteraad

Brief aan Raad van Rhenen over EVZs 2011-12-30.pdf

Terug naar boven

 

Reactie WMR op de nieuwe concept Wet Natuur

Geschreven door Han Runhaar 
maandag, 21 november 2011

 

Nieuwe Natuurwet kroonstuk in afbraak natuurbeleid door kabinet Rutte.

 Grauwe gans

 Kolgans

 Smient

Het afgelopen jaar heeft het nieuwe kabinet onder leiding van staatsscretaris Bleker (CDA) voortvarend gewerkt aan de afbraak van de Nederlandse natuurbescherming. De subsidies voor het natuurbeheer zijn met twee derde gekort, de ecologische hoofdstructuur wordt ingekrompen, en de verantwoordelijkheid voor het natuurbeheer is overgedragen aan de provincies. Het sluitstuk op dit afbraakwerk moet de nieuwe Wet Natuur worden, die in oktober 2011 ter consultatie is voorgelegd. De nieuwe Wet Natuur moet de opvolger worden van 3 bestaande natuurwetten: de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet en de Boswet.

De opzet van de nieuwe wet is simpel: Nederland beperkt zich qua natuurbescherming tot datgene waaraan Nederland zich in het kader van de Europese regelgeving heeft verplicht en waaraan  ons land zich niet zonder sancties kan onttrekken. Dat betekent dat alleen nog die gebieden wettelijk worden beschermd die, vanwege hun belang voor Europees bedreigde natuur, zijn aangewezen als Natura 2000 gebied. En dat alleen soorten die worden genoemd in de Europese wetgeving (Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn) vanaf nu nog op wettelijke bescherming mogen rekenen in nederland. De overige soorten zijn vogelvrij. Wel geldt volgens artikel 1.8 voor deze soorten een zorgplicht: “Een ieder neemt voldoende zorg in acht voor in het wild levende dieren en planten.” Wat deze zorgplicht zou moeten inhouden wordt echter verder niet uitgewerkt en deze zinsnede moet dus vooral gezien worden al een doekje voor het bloeden.

Door de nieuwe wetgeving zijn vanaf volgend jaar nog slechts 3 zeer zeldzame planten wettelijk beschermd: Groenknolorchis, Drijvende waterweegbree en Kruipende moerasscherm. Vogels zijn relatief goed beschermd dank zij de vogelrichtlijn, in principe zijn alle vogels beschermd. Helaas is er een uitzondering gemaakt voor een aantal soorten die door de nationale overheden als jachtwild mogen worden aangemerkt. Van deze mogelijkheid heeft onze staatssecretaris dankbaar gebruik gemaakt. De wilde eend, houtduif en fazant waren al bejaagbare soorten, daar komen nu de grauwe gans, de kolgans, en de smient bij. Ook het aantal bejaagbare zoogdieren neemt toe: naast konijn en haas mogen nu ook vrijelijk damhert, edelhert, ree en wild zwijn worden bejaagd.

De staatssecretaris zelf geeft aan dat hij met deze maatregelen economie en ecologie meer in evenwicht wil brengen. Daarmee lijkt hij vooral te bedoelen dat de bescherming van planten en dieren geen enkel argument meer mag zijn om economische activiteiten tegen te houden. Behalve wanneer het niet anders kan vanwege Europese afspraken.

Door diverse natuurbeschermingsinstanties is al geprotesteerd tegen de nieuwe natuurwet die de Nederlandse natuurbescherming vele tientallen jaren terugzet. Ook de WMR heeft als onderdeel van de consultatieronde een reactie ingediend (zie bijgaande stuk). Of dit veel indruk zal maken op de staatssecretaris is zeer de vraag. In de voorgaande discussies heeft hij al laten blijken geen enkele rekening te houden met reacties vanuit de natuurbescherming.

Reactie WMR op nieuwe natuurwet

Naar aanleiding van de vragen die zijn gesteld in de consultatieronde van de nieuwe natuurwet heeft de WMR het volgende geantwoord:

Draagt de nieuwe natuurwet bij aan betere balans ecologie en economie?

De voorgestelde wijzigingen dragen niet bij aan een betere balans tussen ecologie en economie. Waar de bestaande natuurwetgeving op veel punten te gedetailleerd is en daardoor burgers en ondernemers onnodig belast met regels en procedures, is in de voorgestelde wet de balans volledig doorgeslagen naar de economie. De natuurbescherming beperkt zich tot datgene wat volgens Europese verdragen verplicht is, voor planten en dieren die niet onder de Europese wetgeving vallen beperkt de bescherming zich tot een juridisch niet nader ingevulde zorgplicht.

Is de nieuwe natuurwet duidelijk en uitvoerbaar?

Het wetsvoorstel is voor de praktijk niet duidelijk en uitvoerbaar omdat de zorgplicht niet nader is omschreven. Uit jurispredentie zal moeten blijken wat die zorgplicht in de praktijk inhoudt. Dat betekent dat er nog vele procedures en rechtzaken gevoerd zullen moeten worden om duidelijk te maken óf deze zorgplicht in de praktijk enige betekenis heeft, en zo ja waar de grenzen liggen.

Het is onduidelijk hoe controle op naleving van de zorgplicht in de praktijk zou moeten plaatsvinden. In de huidige situatie is bijvoorbeeld het uitsteken van orchideeën verboden, maar onder de nieuwe wetgeving is het zeer onduidelijk of deze ongewenste en voor de natuur zeer schadelijke praktijk kan worden tegengegaan. Daarvoor moet worden aangetoond dat de degene die de orchideeën uitsteekt “redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen kunnen worden veroorzaakt [voor de betreffende planten]”. Dat bewijs is strikt genomen niet te leveren, wanneer planten direct worden overgezet in de tuin hoeft dat voor de betreffende planten immers geen nadelige gevolgen te hebben. Bovendien kan in alle gevallen worden beargumenteerd dat uitvoerder zich niet bewust was van de schadelijke gevolgen. Mijn conclusie is dat in deze vorm de zorgplicht een wassen neus is, en geen enkele praktische betekenis heeft.

Heeft u andere reacties op de voorgestelde natuurwet?

Het wetsvoorstel is zeer teleurstellend en lijkt te zijn geabseerd op de visie dat natuurbescherming een ongewenst obstakel is voor economische ontwikkeling en daarom beperkt moet worden tot datgene wat minimaal volgens Europese richtlijnen verplicht. De inperking tot Europees beschermde soorten en habitattypen is bovendien strijdig met de verplichting die Nederland in 1992 met de ondertekening van het verdrag van Rio de Janeiro is aangegaan om de biodiversiteit in eigen land te beschermen.

De wetgever gaat er blijkbaar uit van de veronderstelling dat door te voldoen aan de Europese verplichtingen ten aanzien van natuurbeheer de biodiversiteit in Nederland voldoende is gewaarborgd. Dat is echter een onjuiste veronderstelling. De bescherming onder de habitatrichtlijn richt zich alleen op die habitattypen en die soorten die op Europese schaal ernstig bedreigd worden. Dat omvat slechts een fractie van de in Nederland voorkomende soorten. Van de meer dan 1400 vaatplanten worden er op deze manier in Nederland slechts 3 beschermd, terwijl er in Nederland vele honderden plantensoorten zijn die ernstig worden bedreigd en dus bescherming nodig hebben. Indirect worden veel soorten ook beschermd doordat ze voorkomen binnen Natura 2000 gebieden. Dat geldt bijvoorbeeld voor soorten die in de duinen voorkomen: doordat vrijwel het hele duingebied is aangewezen als natura 2000 gebied zijn typische duinsoorten redelijk beschermd. Er zijn echter veel bedreigde soorten die niet, of niet alleen in Natura 2000 gebieden voorkomen. Deze missen nu elke bescherming.

Het aantal bejaagbare vogelsoorten wordt uitgebreid met grauwe gans, kolgans en smient. Soorten waar Nederland een internationale verantwoordelijkheid voor draagt omdat een substantieel deel (bijvoorbeeld smient 50%, kolgans 70%) van de Europese populatie in Nederland broedt of overwintert. Deze soorten moeten niet als bejaagbare soorten worden aangewezen.

Terug naar boven

 

WMR pamflet over stopzetting van het plan voor afbraak van de natuur in het Binnenveld

Geschreven door bestuur WMR
woensdag, 02 maart 2011

  Het Binnenveld is het mooie groene en open gebied gelegen tussen Ede, Wageningen, Veenendaal en Rhenen.

Al meer dan 20 jaar is geïnvesteerd in de ontwikkeling van natuur in dit gebied en er is veel tot stand gebracht. Het einddoel van die inspanning was dat het centrale deel van het Binnenveld aan weerszijden van de Grift wordt omgezet in natuur. En dat de waterhuishouding in het laagste deel van het Binnenveld wordt afgestemd op de instandhouding en ontwikkeling van zeldzame en op Europese schaal bedreigde vegetaties die nu nog op kleine schaal voorkomen in de natuurreservaten “De Bennekomse Meent” en “De Hellen”.

De bezuinigingen op natuurbeheer met 40% (!) die zijn afgekondigd door het huidige kabinet dreigen nu die ontwikkelingen niet alleen stop te zetten maar ook terug te draaien. Dat zou betekenen dat gronden die eerder waren aangekocht voor natuur­ontwikkeling weer worden teruggegeven aan de landbouw en dat  “De Bennekomse Meent” en “De Hellen” worden omgezet in ‘struinnatuur’.

Daardoor wordt de deur wijd open gezet voor de verdere verstedelijking van het gebied. Gedacht kan worden aan het doortrekken van de A30 door het Binnenveld en de aanleg van nieuwe woonwijken van Veenendaal, Bennekom en Ede. De bestemming als natuur- en rustgebied heeft een belangrijke rol gespeeld in het tegenhouden van stedelijke ontwikkelingen in het Binnenveld. Als deze bestemming wegvalt, is er weinig meer dat deze ontwikkeling tegen houdt.

Het is voor ons allemaal duidelijk dat bezuinigen in de huidige tijd nodig is. Dat kan echter heel goed door de oorspronkelijke plannen tijdelijk te vertragen en de horizon voor ontwikkeling van natuurgebieden naar een later jaar op te schuiven tot de komst van financieel betere tijden. Daarmee wordt voorkomen dat wat over meer dan 20 jaar moeizaam tot stand is gekomen, ongedaan wordt gemaakt.

Als u van mening bent dat natuurontwikkeling geen ‘linkse hobby’ is, maar dat investeren in de natuur loont met het oog op de kwaliteit van onze natuurlijke leefomgeving en die van toekomstige generaties, dan roepen we u op de acties tegen de afbraak van natuur in het Binnenveld (en elders) te steunen.

Pamflet met kaart en WMR logo 2011-02-16-2.pdf

Terug naar boven

 

3 maart: start campagne Zwerfafval Adoptieplan

Geschreven door bestuur WMR
zondag, 20 februari 2011

  De gemeente Rhenen organiseert op 3 maart een bijeenkomst voor inwoners, die zich als particulier, via een wijkcomité, in school- of clubverband, bekommeren om zwerfaval in hun woonomgeving.

De gemeente ondersteunt en begeleidt acties van vrijwilligers met  materialen, zoals afvalpakkers en afvalzakken.

Het doel van de avond op 3 maart is om mensen bij elkaar te brengen en plannen te maken voor de zwerfafvalcampagne in 2011, maar ook om al deze vrijwilligers in het zonnetje te zetten.

Locatie:  hal van het gemeentehuis

Aanvang: 19.30 uur

Zie uitnodiging: Zwerfafval campagne 2011.pdf

Terug naar boven