Koerheuvel

Natuurbeheer akkers Koerheuvel en Lijstereng

oktober 2021, Han Runhaar

Verleden jaar heeft gemeente met pachters van de akkers op Koerheuvel en de Lijstereng overlegd over een meer ecologisch beheer van de akkers (zie eerdere artikel uit mei hieronder). Dat heeft er toe geleid dat dit jaar een aantal pachters is overgegaan op agrarisch natuurbeheer van akkerranden en soms ook van de hele akker. Daarbij zijn de beheerpakketten gekozen in overleg met het Agrarisch Natuur Collectief Utrecht Oost. Meest opvallend zijn de bloemenranden die in het kader van agrarisch natuurbeheer zijn aangelegd  langs een aantal akkers (zie rode lijnen in kaartje). Na het ploegen zijn hier vooral sierplanten als Cosmea, Coreopsis en zonnebloem ingezaaid. Daarnaast zijn in akkers 7 en 8 beheerpakketten afgesloten voor ‘wintervoedselakker’ en in akker 2 voor ‘botanisch waardevol grasland’ (zie voor nummering akkers bijgaande kaartje).

 

Vraag is welke bijdrage deze beheerpakketten zullen leveren aan verhoging van de natuurwaarde, en of het agrarisch natuurbeheer ook een bijdrage kan leveren aan herstel van de kruidenrijke korenakkers die tot voor enkele tientallen jaren geleden zo kenmerkend waren voor de akkers op de Utrechtse Heuvelrug. In deze akkers kwamen akkeronkruiden voor, die vaak al duizenden jaren geleden uit het Midden-Oosten en Zuid-Europa zijn meegekomen met de graanteelt. Door intensivering van de landbouw in de tweede helft van de vorige eeuw zijn de meeste van deze soorten zeldzaam geworden. Zowel vanuit cultuurhistorisch perspectief als vanuit de wens om bedreigde soorten te behouden zou het wenselijk zijn om het agrarische natuurbeheer vooral te richten op herstel van kruidenrijke korenakkers en het behoud van bijbehorende wilde planten en dieren. De beste kansen voor herstel van soortenrijke korenakker liggen op de voormalige ‘ecologische akker’ op de Koerheuvel (akker 2 op bijgaand kaartje). Daar kwam tot voor enkele jaren nog een aantal sterk bedreigde akkersoorten voor, te weten Akkerandoorn, Bleekgele hennepnetel, Ruige klaproos en Akkerleeuwenbek. Een verleden jaar uitgevoerd experiment laat zien dat van deze soorten nog steeds kiemkrachtig zaad in de bodem aanwezig (zie eerdere artikel uit mei hieronder).

 

Of het herstel van een soortenrijke korenakkers en behoud van kenmerkende akkersoorten zal lukken met de nu gekozen beheerpaketten is twijfelachtig. Een inventarisatie van de plantengroei (zie notitie ‘Evaluatie akkerrandbeheer Koerheuvel en Lijstereng 2021’) laat zien dat in de bloemenranden langs de Koerheuvelakker de meest bedreigde akkersoorten niet of nauwelijks terugkeren uit de zaadbank. Ook is het de vraag of de voor korenakkers kenmerkende soorten wel gedijen in bloemenranden waarin ze moeten concurreren met hoog opgaande, vaak breedbladige gewassen. Vanuit oogpunt van natuurbehoud zou het daarom wenselijk zijn om tenminste in een deel van de Koerheuvelakker een beheer uit te voeren dat specifiek gericht is op behoud voor deze regio kenmerkende akkeronkruiden. Om deze soorten de kans te geven zich vanuit de zaadbank opnieuw te vestigen zouden behalve rogge en gerst geen, of niet al te veel, andere kruiden ingezaaid moeten worden te worden. In de overige akkers is door jarenlange intensieve bemesting en gebruik van herbiciden geen of vrijwel geen zaadbank meer aanwezig van kenmerkende akkerkruiden. Hier kan de oorspronkelijke akkerflora alleen worden hersteld door gebruik te maken van een zaadmengsel met voor korenakkers op voedselarme zandgrond kenmerkende akkerkruiden.

 

Parende kleine parelmoervlinders op een Coreopsis -bloem in bloemenrand langs de Koerheuvelakker

Herstel van de akkerflora kan ook leiden tot terugkeer van vlinders en anders insecten die van deze planten afhankelijk zijn. Heel bijzonder was dat deze zomer langs de zuidrand van de Koerheuvelakker een groot aantal (naar schatting circa 100) zeldzame kleine parelmoervlinders rondvloog. Het ging om een akkerrand waar verleden jaar bij wijze van experiment graan is ingezaaid (zie eerdere artikel uit mei hieronder), en die vervolgens braak is blijven liggen. Verleden jaar waren hier al enkele parelmoervlinders waargenomen die afkwamen op de hier talrijk aanwezige akkerviooltjes. Omdat de viooltjes niet zijn omgeploegd konden de op deze soort levende rupsen ongestoord de winter doorkomen en zich dit jaar ontpoppen tot een nieuwe generatie vlinders. Af en toe stukken braak laten liggen blijkt dus een effectieve maatregel om naast bedreigde akkeronkruiden ook zeldzame vlindersoorten terug te krijgen.

 

Bloemenrand langs korenakker nabij Stichtse Rand (akker 7 in kaartje)

De bloemenranden worden zeer gewaardeerd door omwonenden, en het is daarom te verwachten dat ook de komende jaren tenminste een deel van de akkerranden zal worden  ingezaaid met een bloemenmengsel. We hopen echter dat het mogelijk is om, in overleg met de pachters en het agrarisch natuur collectief, in ten minste een deel van akkers te komen tot een beheer waarin behalve voor bloemen en koolwitjes ook ruimte is voor bedreigde plant- en diersoorten die in het verleden zo kenmerkend waren voor de op de Heuvelrug voorkomende korenakkers. Het eerder uitgevoerde experiment laat zien dat daarvoor met name op de Koerheuvelakker goede kansen liggen.

Agrarisch natuurbeheer op akkers Koerheuvel en Lijstereng?

mei 2021, Han Runhaar

De Vrienden Behoud Lijsterengh en de WMR hebben verleden jaar op verzoek van de gemeente meegedacht over de vraag hoe te komen tot een meer ecologisch beheer van de akker op de Koerheuvel. Ook is bij wijze van proef een deel van de ecologische akker natuurvriendelijk beheerd (zie artikel hieronder van september 2020). Sindsdien hebben de plannen voor een natuurvriendelijker beheer van de akker op Koerheuvel een tijdje stil gelegen. Dat kwam doordat er onduidelijkheden waren over de pachtvoorwaarden  en over de mogelijkheden voor het verkrijgen van subsidies voor agrarisch natuurbeheer.

Voor deze akkers ten oosten van de bebouwde kom van Rhenen wordt met pachters overlegd welke mogelijkheden er zijn over te gaan op agrarisch natuurbeheer.

Over de mogelijkheden voor het verkrijgen van beheersubsidies is er inmiddels meer duidelijkheid: De boeren die de grond pachten kunnen gebruik maken van subsidies voor agrarisch natuurbeheer die worden verstrekt via het Collectief Utrecht Oost. De keuze voor de beheerpaketten gebeurt in overleg met de coördinator van Collectief Utrecht Oost.

Over de pachtvoorwaarden wordt nog nagedacht. Tot nu werden de akkers op de Koerheuvel en de Lijstereng (zie kaartje voor ligging akkers) per jaar verpacht. Het idee is nu om boeren die de akkers op een natuurvriendelijke manier beheren een pachtovereenkomst voor een periode van 5 jaar aan te bieden. De regeling moet nog worden uitgewerkt en er moeten nog afspraken worden gemaakt gemaakt met de pachters en met Collectief Utrecht Oost, maar hopelijk lukt het om volgend jaar over te gaan op de nieuwe regeling. Een aantal van de boeren is vooruitlopend op de regeling al begonnen met agrarisch natuurbeheer. Zo zal van de ecologische akker op de Koerheuvel (akker 2 op kaartje) een deel gebruikt worden voor mais (1,4 ha), en het overige deel voor beheertype ‘kruidenrijke akkerrand’ (1 ha) en ‘botanisch waardevol grasland’ (1,4 ha).

De Vrienden Behoud Lijsterengh en de WMR zijn gevraagd om ook dit jaar mee te denken over de invulling van het beheer op de akkers. Het blijft nog even afwachten wat de met de pachters te sluiten overeenkomst de komende jaren zal opleveren aan biodiversiteit en landschappelijke waarde. Daarbij blijft vanuit de WMR een wens om op de Koerheuvel de akker met korenbloemen en klaprozen te herstellen in de vorm zoals die tot voor een paar jaar geleden nog aanwezig was. Of dat gaat lukken is nog onzeker, omdat juist dit pakket een relatief geringe vergoeding kent. Belangrijk voordeel van de nieuwe situatie is in elk geval wel dat er nu op veel meer akkers dan alleen die op de Koerheuvel zal worden overgegaan op een natuurvriendelijker beheer.

Beheer houtwallen

Door te klepelen en te eggen hebben de akkers weer hun oorspronkelijke grootte gekregen. Maar of we daar blij mee moeten zijn?

Een belangrijk aandachtspunt voor de  WMR is dat bij opstellen van een plan voor dit gebied rekening wordt gehouden met de tussen de akkers gelegen houtwallen. Dit voorjaar werden we als WMR onaangenaam verrast door het feit dat bij de akkers 2, en 5 en bij weiland 4 een brede strook met bramen en struiken langs de houtwal werd geklepeld en geëgd en dat de aangrenzende bomen drastisch waren gesnoeid. Navraag leerde dat dit komt doordat de gemeente bij het verpachten van de akkers en weiland uitgaat van de grenzen zoals die enkele tientallen jaren geleden zijn vastgelegd. Sindsdien is de omvang van de akkers en het weiland geleidelijk afgenomen door de groei van bramen en struiken langs de rand van de houtwallen, en door het ontstaan van wandelpaden langs de akkers. De oude situatie is nu door de boer hersteld door te klepelen en te eggen. Of we hier blij mee moeten zijn is de vraag. Voor de gemeente betekent het aanhouden van de oude grenzen dat er (iets) meer pachtinkomsten zijn. Dat weegt echter niet op tegen de nadelige effecten op natuur en landschap. Er is nu een harde grens ontstaan tussen houtwal en akkers, en op sommige plekken is de houtwal zelfs teruggebracht tot twee rijen bomen met daar tussen een mountainbike route (zie foto). Omdat het gebied intensief wordt gebruikt door wandelaars, hondenuitlaters en mountainbikers zou het voor behoud van flora en fauna gewenst zijn om de houtwallen net te versmallen maar te verbreden, en te zorgen voor meer beschutting.

Boszoom met struiken langs de oostrand van de akker op de Koerheuvel.

Dat kan bijvoorbeeld door langs de houtwal een zoom aan te leggen met besdragende struiken als meidoorn, lijsterbes en sleedoorn. Die zorgen niet alleen voor beschutting, maar vormen ook een belangrijke voedselbron voor vogels en insecten. Als voorbeeld kan de boszoom aan de oostrand van akker 2 dienen. Bij het verdere overleg met boeren en gemeente zullen we ons er voor inzetten dat niet alleen wordt gekeken naar een natuurvriendelijker beheer van de akkers, maar ook aandacht wordt besteed aan een versterking van de houtwallen.

 

 

 

Ecologisch beheer akker Koerheuvel
september 2020

De WMR en de ‘Vrienden Behoud Lijstereng’ zijn door Bert van de Haar van de gemeente Rhenen gevraagd om mee te denken over een natuurvriendelijker beheer van de akker op de Koerheuvel. Deze werd in verleden beheerd als ‘ecologische akker’, een korenakker met veel akkeronkruiden. Sinds enkele jaren heeft de gemeente Rhenen de akker verpacht aan veeboer Henk van Laar uit Achterberg die het gebruikt voor maisteelt. Samen met de boer wordt gekeken of het mogelijk is om een deel van de akker weer als ecologische korenakker te gebruiken. Bij wijze van proef is dit jaar op een deel van de akker gerst ingezaaid om te zien of er in de bodem nog zaden van akkeronkruiden aanwezig zijn. Uit de proef blijkt dat er in de bodem inderdaad nog een zaadbank aanwezig is van bedreigde akkeronkruiden als akkerandoorn, akkerleeuwebek en valse kamille Maar doordat de bodem erg voedselrijk is dreigen deze soorten, en ook de gerst zelf, te worden overwoekerd door snelgroeiende hoge akkeronkruiden als melganzevoet en bijvoet. Komend jaar zal met deze ervaringen rekening worden gehouden door een hogere graansoort (wintertarwe) te gebruiken en dit deel van de akker voorlopig af te zien van bemesting. Voor meer informatie over resultaten proef zie het achtergronddocument: Evaluatie proef korenakker 2020.


Akkerleeuwenbek, één van de bedreigde akkeronkruiden die nog steeds in de zaadbank aanwezig blijkt te zijn.